Acanthomorpha | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Labidesthes sicculus | |||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||
| |||||||||||
Clade | |||||||||||
Acanthomorpha Rosen, 1973 | |||||||||||
Opah | |||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||
Acanthomorpha op Wikispecies | |||||||||||
|
De Acanthomorpha[1] (betekent 'doornvormigen' in het Grieks) zijn een buitengewoon divers taxon van teleoste vissen met stekelstralen. De clade bevat ongeveer een derde van 's werelds moderne soorten gewervelde dieren: meer dan negentienduizend soorten.
Een belangrijke anatomische innovatie bij acanthomorfen zijn holle en niet-gesegmenteerde stekels aan de voorste rand van de dorsale en anale vinnen. Een vis kan deze scherpe benige stekels verlengen om zichzelf te beschermen tegen roofdieren, maar kan ze ook intrekken om de weerstand tijdens het zwemmen te verminderen. Een ander gemeenschappelijk kenmerk is een bepaald rostraalkraakbeen, verbonden met ligamenten die aan het rostrum en de premaxilla zijn bevestigd, waardoor de vis zijn kaken aanzienlijk kan uitsteken om voedsel te vangen.
Rosen bedacht de naam in 1973 om een clade te beschrijven bestaande uit Acanthopterygii, Paracanthopterygii en ook ctenothrissiforme fossielen uit het Krijt, zoals Aulolepis en Ctenothrissa. Die fossielen delen verschillende details van het skelet, en vooral van de schedel, met moderne acanthomorfen. Oorspronkelijk gebaseerd op anatomie, is de clade Acanthomorpha bevestigd door meer recente moleculaire analyses.