Een dambreuk is een catastrofale vorm van structureel falen die wordt gekenmerkt door de plotselinge, snelle en ongecontroleerde vrijgave van opgehoopt water. Tussen 2000 en 2009 vonden er wereldwijd meer dan 200 opmerkelijke dambreuken plaats.
Dammen worden volgens het internationaal humanitair recht beschouwd als "installaties die gevaarlijke krachten bevatten". Een opzettelijke beschadiging kan een enorme impact hebben op de burgerbevolking en het milieu.
Dambreuken komen relatief zelden voor, maar kunnen een enorme schade en verlies van mensenlevens veroorzaken. In 1975 vielen er meer slachtoffers door de breuk van de Banqiaodam en andere dammen in de provincie Henan in China dan bij enige andere dambreuk in de geschiedenis. De ramp kostte naar schatting 171.000 mensen het leven en 11 miljoen mensen raakten dakloos.