De Frisiavones (soms ook gespeld als Frisævones of Frisiabones) zijn een Germaanse volksstam waarvan verondersteld wordt dat deze in de Romeinse tijd het gebied tussen Maas en Schelde, ruwweg zuidelijk Zuid-Holland, Zeeland ten noorden van de Oosterschelde en westelijk Noord-Brabant bewoonde.[1] Door Plinius de Oudere werden zij genoemd als een aparte volksstam naast de Frisii. Verschillende inscripties aangetroffen op militaire diploma's en grafmonumenten in Britannia (gedateerd van 103 tot 249 na Chr.) getuigen van de "Cohors Primae Frisiavonum" - "De eerste cohort van de Frisiavones".[2] Hoewel de Romeinen niet altijd duidelijk onderscheid maakten tussen Frisiavones en Frisii is aannemelijk dat het hier wel om twee verschillende volkeren gaat, ook omdat er geen archeologische connectie tussen het woongebied van de Frisii benoorden de Rijn en het veronderstelde gebied van de Frisiavones aantoonbaar is.[3]