In de moleculaire biologie is een leesraam een manier om de nucleotidenvolgorde in een DNA- of RNA-molecuul op te delen in opeenvolgende, niet-overlappende triplets (groepjes van drie). Wanneer deze triplets bij de translatie een aminozuur opleveren, worden ze codons genoemd.
Een nucleïnezuurketen heeft altijd twee verschillende uiteinden, een 3'-eind en een 5'-eind. Deze uiteinden bepalen de leesrichting van de streng: DNA wordt bijvoorbeeld altijd in de 5'→3'-richting weergegeven, omdat dit de richting is waarin de DNA-streng wordt gesynthetiseerd. In de 5'→3'-richting zijn er drie mogelijke leesramen, omdat elk leesraam kan beginnen bij een verschillend nucleotide van het triplet. In dubbelstrengs DNA, waarin twee nucleotideketens voorkomen, zijn er dus zes mogelijke leesramen te onderscheiden.
In het algemeen is slechts één leesraam in een gegeven stuk DNA biologisch relevant en bevat een genetische boodschap. Dit stuk – dat vaak met ATG begint — kan afgelezen worden tijdens de transcriptie en noemt men een open leesraam. In zeer compacte genomen, zoals bij virussen, kunnen soms meerdere, overlappende leesramen voorkomen. Er is één voorbeeld bekend van een overlappend leesraam in mitochondriaal DNA van zoogdieren: het coderende gedeelte van de genen die coderen voor twee subunits van ATPase overlappen met elkaar.