Palaeobatrachus Status: Uitgestorven, als fossiel bekend Fossiel voorkomen: Eoceen tot Mioceen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||
| |||||||||||
Geslacht | |||||||||||
Palaeobatrachus Tschudi, 1839 | |||||||||||
Typesoort | |||||||||||
Palaeobatrachus occidentalis | |||||||||||
soorten | |||||||||||
| |||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||
|
Palaeobatrachus[1] (betekent 'oude kikker' in het Grieks) is een geslacht van uitgestorven kikkers uit Europa dat leefde van het Midden-Eoceen tot het Midden-Pleistoceen (Ionien) (621-568.000 jaar geleden), verspreid over bijna vijftig miljoen jaar. Ze waren in het water levende organismen en zouden niet veel tijd op het droge hebben doorgebracht. Ze zijn een van de twee geslachten en verreweg het grootste geslacht in de familie Palaeobatrachidae, die worden beschouwd als leden van Pipimorpha, verwant aan de Zuid-Amerikaans-Afrikaanse familie Pipidae, waartoe ook de Afrikaanse klauwkikker (Xenopus laevis) en de Surinaamse pad behoren.