Het begrip waarde wordt gebruikt in twee betekenissen:
Een objectieve waarde is bijvoorbeeld de lengte van een auto, zijn maximumsnelheid, de kleur van de lak en het bedrag op het prijskaartje; de subjectieve waarde is het bedrag dat een aspirant-koper voor die auto onder de omstandigheden van dat moment bereid is te betalen.
De objectieve waarde van geld is hier dus gelijk aan de subjectieve waarde die de koper aan de auto hecht; ook aan subjectieve waarde kan dus een getal worden gegeven.
Een andere manier van indeling is de indeling in intrinsieke, inherente en instrumentele waarde, zoals die worden toegekend door een persoon of groep:
Over intrinsieke waarde (in brede zin) is discussie geweest. Binnen de milieubeweging meenden sommigen dat de natuur intrinsieke waarde had en dus ook als zodanig moet worden behandeld, anderen meenden dat het hier om inherente waarde ging. In de Wet natuurbescherming (2017) is de intrinsieke waarde van de natuur expliciet als uitgangspunt opgenomen.[1]