Van der Beek/Van Dartel | ||
---|---|---|
Datum | 30 november 1973 | |
Instantie | Hoge Raad der Nederlanden | |
Rechters | G.J. Wiarda, C.A. de Meijere, L. Hollander, H.E. Ras, D.A. van der Linde | |
Adv.-gen. | M.S. van Oosten | |
Soort zaak | civiel | |
Procedure | cassatie | |
Wetgeving | 1358 BW (oud) | |
Nieuw BW | 3:44 BW en 6:228 BW | |
Onderwerp | dwaling, spreekplicht, onderzoeksplicht | |
Vindplaats | NJ 1974/97 | |
ECLI | ECLI:NL:HR:1973:AC5383 |
Het arrest Van der Beek/Van Dartel (HR 30 november 1973, NJ 1974/97) is een belangrijk arrest van de Nederlandse Hoge Raad, dat betrekking heeft op dwaling bij het tot stand komen van en overeenkomst. In dit arrest weegt de Hoge Raad de meldingsplicht van een partij af tegen een onderzoekplicht van de andere partij. Het verzwijgen van een voor de ander partij belangrijk punt kan dwaling opleveren. Het wordt in de rechtswetenschap en rechtspraktijk als standaardarrest beschouwd.