De Centrale Crisis Controle Dienst (CCCD), later Crisis Controle Dienst (CCD of C.C.D.), was een Nederlandse overheidsdienst die in 1934 werd opgericht en, onder verschillende naamvariaties, tot 1954 bleef bestaan. Ze hield vooral toezicht op de handel in schaarse goederen. Gedurende de bezetting van Nederland door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog had de dienst onder meer de taak om de wijdverbreide zwarte handel te bestrijden. Strenge controles werden door de CCD uitgevoerd tijdens het binnenhalen van de oogst. Wie betrapt werd op zwarte handel kon op een zware straf rekenen. Men schat dat er enkele honderden Nederlanders zijn omgekomen in concentratiekampen nadat zij waren opgepakt wegens zwarte handel.
Ook de verzameling en distributie van uitgeworpen levensmiddelen in mei 1945 stond onder controle van de CCD.[1][2]
In 1954 werd de CCD vervangen door de Algemene Inspectiedienst (AID) bij Koninklijk Besluit van 19 januari 1954 no. 13.[3][4]