De diameter van een cirkel, cilinder of bol is de lengte van de rechte lijn die kan worden getrokken tussen twee punten op de bol of de cirkel en door het middelpunt hiervan. Deze lengte is de grootst mogelijke afstand tussen twee punten op bol of cirkel. Afstanden die worden gemeten langs de cirkellijn of het boloppervlak worden omtrek genoemd. De diameter is een bijzondere vorm van een koorde van bol of cirkel, namelijk die met de grootste lengte. Het woord diameter is ontleend aan het Grieks διάμετρος (diametros), van δια- (dia-) = door + μέτρον (metron) = maat.[1]
Diameter heet in het Nederlands ook middellijn[2] – een oorspronkelijk Nederlands woord bedacht door Simon Stevin. De middellijn van een cirkel is zowel een lijn (een koorde die het middelpunt van de cirkel snijdt) als de lengte van die lijn.
De diameter is gelijk aan 2 × de straal.
De omtrek van een bol of cirkel is gelijk aan π × de diameter.