Edward O. Wilson | ||||
---|---|---|---|---|
Edward O. Wilson in 2003
| ||||
Persoonlijke gegevens | ||||
Volledige naam | Edward Osborne Wilson | |||
Geboortedatum | 10 juni 1929 | |||
Geboorteplaats | Birmingham, Alabama | |||
Overlijdensdatum | 26 december 2021 | |||
Overlijdensplaats | Burlington, Massachusetts | |||
Academische achtergrond | ||||
Alma mater | Harvard-universiteit Universiteit van Alabama | |||
Promotor | Frank M. Carpenter[1] | |||
Wetenschappelijk werk | ||||
Vakgebied | biogeografie, entomologie, sociobiologie, evolutiebiologie | |||
Bekend van | baanbrekend werk in het onderzoek van biogeografie pionier in de sociobiologie belangrijke bijdragen in de taxonomie van mieren | |||
Bekende werken | The Theory of Island Biogeography (1967) (met Robert H. MacArthur) Sociobiology: The New Synthesis (1975) The Ants (1990) (met Bert Hölldobler) The Diversity of Life (1992) | |||
|
Edward Osborne Wilson (Birmingham (Alabama), 10 juni 1929 – Burlington (Massachusetts), 26 december 2021) was een Amerikaans bioloog.
Wilson stond onder meer bekend om zijn wetenschappelijk werk op het gebied van biodiversiteit en biogeografie, en van de studie van insecten (entomologie), in het bijzonder van de mieren (myrmecologie). Hij beschreef meer dan 400 nieuwe mierensoorten.[2] Hij was tevens een van de grondleggers van de sociobiologie en een prominent pleitbezorger van natuurbescherming.
Zijn werk werd bekroond met tal van onderscheidingen, waaronder twee Pulitzerprijzen, de National Medal of Science en een met Paul R. Ehrlich gedeelde Crafoordprijs in de levenswetenschappen. Hij was lid van het American Institute of Biological Sciences, dat hem in 1976 de AIBS Distinguished Scientist Award toekende.