Emile Verhaeren | ||||
---|---|---|---|---|
Portret van Emile Verhaeren (1915)
door zijn vriend Théo Van Rysselberghe | ||||
Het leven dient om te klimmen, niet om te dalen | ||||
Algemene informatie | ||||
Geboren | 21 mei 1855 | |||
Geboorteplaats | Sint-Amands | |||
Overleden | 27 november 1916 | |||
Overlijdensplaats | Rouen (Frankrijk) | |||
Land | België | |||
Beroep | schrijver | |||
Dbnl-profiel | ||||
|
Emile Adolphus Gustavus Verhaeren (Sint-Amands, 21 mei 1855 – Rouen, 27 november 1916) was een Franstalig Belgisch auteur en een vertegenwoordiger van het symbolisme. Hij was dichter, schreef korte verhalen, kunstkritiek en toneel. Zijn werk is vertaald in 28 talen (waaronder Engels, Russisch, Duits, Chinees en Japans).[1] Verhaeren debuteerde in 1883 met Les Flamandes, een naturalistische bundel geïnspireerd door de wellustige taferelen uit de Vlaamse schilderkunst van de 16e en 17e eeuw. In 1886 volgt Les Moines in de sfeer van het religieus mysticisme. Van 1888 tot 1891 publiceerde hij zijn zwarte trilogie: Les Soirs (1888), Les Débâcles (1888) en Flambeaux noirs (1891). De bundels, bibliofiel uitgegeven bij Edmond Deman in Brussel, baden in de duistere fin-de-siècle-sfeer van zwaarmoedigheid en zelfkwelling. Het waren de jaren waarin Verhaeren aan neurasthenie leed.