Engelbrecht I van Nassau-Siegen, beter bekend als Engelbrecht (of Engelbert) I van Nassau-Dillenburg[1], of als Engelbrecht (of Engelbert) I van Nassau[2] (Dillenburg, ca. 1370[3][4] – Breda, 3 mei 1442[3][4][5][6][7]), was graaf van Nassau-Dillenburg [8] / graaf van Nassau-Siegen, een deel van het graafschap Nassau. Engelbrecht stamde uit de Ottoonse Lijn van het Huis Nassau. Nassau-Dillenburg was in 1328 opgegaan in de tak Nassau-Siegen, waardoor deze zich ook Nassau-Dillenburg kon noemen. Engelbrecht, geboren op de Dillenburg, voerde de grafelijke achternaam van Nassau-Dillenburg; van Nassau-Siegen werd als laatste gedragen door zijn overgrootvader Hendrik I van Nassau-Siegen. Engelbrechts vader was Johan I, Graf von Nassau-Dillenburg in Dillenburg und Siegen (Johann Greue zu Nassauwe Herre zu Tyllenberg und Siegen [9]).
Door zijn huwelijk in 1403 met de zeer jeugdige en zeer rijke Johanna van Polanen, erfdochter te Breda, verwierf Engelbrecht grote bezittingen in Brabant en Holland, waaronder de heerlijkheid Breda en de heerlijkheid van de Lek. Met Engelbrecht I van Nassau-Dillenburg begon de opkomst van het Huis Nassau in de Lage Landen. Samen met zijn broers erfde hij het graafschap Vianden, dat zo eveneens in bezit van het Huis Nassau kwam.