Het begrip enkelvoud of singularis betekent in de taalkunde dat in een taaluiting hetzij een bepaalde zaak in één exemplaar voorkomt, hetzij het aantal niet van belang is. Enkelvoud maakt daarmee onderdeel uit van de taalkundige (sub)categorie getal.
Aangezien zaken (dingen) in vele talen worden uitgedrukt met gebruikmaking van zelfstandige naamwoorden, is het enkelvoud in de eerste plaats een verschijnsel dat in de vorm en/of de betekenis van het zelfstandig naamwoord tot uitdrukking komt. Daarnaast kan het echter ook worden aangetroffen in woorden die zich naar dat zelfstandig naamwoord richten (bijvoeglijk naamwoord) of woorden die het zelfstandig naamwoord vervangen (voornaamwoord).
Vele talen kennen daarenboven het verschijnsel overeenkomst in getal. Zinsdelen waarmee het enkelvoudige (zelfstandig naam)woord in verband staat, richten zich naar dat enkelvoud. Deze getalsovereenkomst treffen we vooral aan tussen zelfstandig naamwoord en gezegde (werkwoord).