De geschiedenis van de aardrijkskunde begint in de oudheid met kaarten met legende uit Babylon, hoewel de mensen in de prehistorie de hemel en de aarde al afgebeeld hadden. De Grieken maten de omtrek van de aarde en de Romeinen legden heirbanen aan. In de middeleeuwen brachten vooral de Perziërs en de Chinezen de aardrijkskunde vooruit met hun kaartprojecties. Met de ontdekkingsreizen in de nieuwe tijd werden de werelddelen Amerika en Australië van de Nieuwe Wereld ontdekt, maar pas in de nieuwste tijd werd Antarctica ontdekt. In de moderne tijd breidde de kennis enorm uit en werd ze voor iedereen digitaal toegankelijk.