Glas is een amorfe (niet-kristallijne) vaste stof. De bekendste verschijningsvorm is het kleurloze glas zoals het voor vensterglas en drinkglazen wordt gebruikt. Dit glas bestaat voornamelijk uit de stof silica of siliciumdioxide (SiO2).
Hoewel glas geen kristalstructuur heeft is het, net als veel kristallen, doorzichtig en treedt er in glas, net als in kristal, lichtbreking op. Glas is opgebouwd uit ongeordende moleculen, die een isotrope, amorfe vaste stof vormen. Oftewel het tegenovergestelde van kristallijn of kristal. De benaming kristalliseren als synoniem voor het stollen van glas is daarmee ook niet juist. Dit leidt wel tot verwarring, want het taalgebruik houdt zich niet altijd aan formele definities.