Our website is made possible by displaying online advertisements to our visitors.
Please consider supporting us by disabling your ad blocker.

Responsive image


H-II-gebied

NGC 1976, de Orionnevel is een H-II-gebied op een afstand van 1344 lichtjaar. De rode kleur ontstaat door de sterke H-alfa-emissielijn bij 656,3 nm die de straling van H-II-gebieden domineert.

Een H-II-gebied is een wolk van gloeiend gas, van enkele tot soms honderden lichtjaren in diameter. Jonge, hete, blauwe sterren die zich in het gas bevinden, stralen veel ultraviolet licht uit waarmee ze de nevel rondom ioniseren.

Soms bevatten H-II-gebieden enkele sterren, maar in andere H-II-gebieden kunnen duizenden sterren ontstaan uit de geassocieerde moleculaire wolken. De gassen van het H-II-gebied worden door supernovaexplosies en sterrenwinden van de meest massieve sterren verspreid, waarbij een open sterrenhoop zoals Plejaden overblijft.

H-II-gebieden zijn genoemd naar de geïoniseerde atomaire waterstof die ze bevatten, die door astronomen aangeduid wordt als H-II (uitgesproken als "ha twee") (H-I is neutrale atomaire waterstof, en H2 is moleculaire waterstof). Voor de ionisatie van een H-II gebied moet het een of meer sterren met spectraalklasse vroeger dan ongeveer B3 bevatten. Latere typen sterren zenden niet voldoende ultraviolet licht uit om voldoende waterstof te ioniseren.

Radiostraling van de Orionnevelop een golflengte van 3,6 cm gemeten door de Very Large Array en de Green Bank Telescope

H-II-gebieden kunnen worden onderscheiden van reflectienevels door de emissielijnen in hun spectrum en de radiostraling (remstraling) die zij uitzenden.

H-II-gebieden kunnen tot op grote afstand worden waargenomen en de bestudering van H-II-gebieden in andere sterrenstelsels is belangrijk bij het bepalen van de afstand en chemische samenstelling ervan.


Previous Page Next Page