HMS Raleigh
| ||||
---|---|---|---|---|
Raleigh in de haven van Vancouver (Brits-Columbia)
| ||||
Overzicht | ||||
Type | Zware kruisers | |||
Klasse | Hawkinsklasse | |||
Naamsein | Raleigh | |||
Naamgever | Walter Raleigh | |||
Geschiedenis | ||||
Werf | William Beardmore and Company (Dalmuir) | |||
Kiellegging | 9 december 1915 | |||
Tewaterlating | 28 augustus 1919 | |||
In dienst gesteld | juli 1921 | |||
Uit dienst gesteld | 8 augustus 1922 (schipbreuk) | |||
Status | Vernietigd (1926), wrak op duikbare diepte | |||
Algemene kenmerken | ||||
Waterverplaatsing | 9.910 t | |||
Lengte | 184,4 m | |||
Breedte | 19,8 m | |||
Diepgang | 5,9 m | |||
Bemanning | 500 | |||
Techniek en uitrusting | ||||
Aandrijving | vier stoomturbines vier aandrijfassen | |||
Machinevermogen | 52.000 kW | |||
Snelheid | 31 knopen (~57 km/h) | |||
Bewapening | 7 × 191 mm kanon 6 × 76 mm low angle-kanonnen 4 x 76 mm luchtafweerskanonnen 2 x 40 mm luchtafweerskanonnen 6 × 533 mm torpedobuizen | |||
Pantser | gordel: 38–76 mm dek: 25–38 mm geschuttorens: 25 mm | |||
Het scheepswrak van de HMS Raleigh ter hoogte van Point Amour (augustus 1922)
| ||||
|
HMS Raleigh was een van de vijf zware kruisers van de Hawkinsklasse gebouwd voor de Royal Navy tijdens de Eerste Wereldoorlog, al was het schip pas klaar in 1921. Ze was bij haar indienstneming toegewezen aan het North America and West Indies Station waar ze vaak als vlaggenschip fungeerde.
Na in 1921–22 verschillende havens in de Caraïbische Zee, Golf van Mexico en aan beide kusten van de Verenigde Staten en Canada bezocht te hebben, liep de Raleigh in augustus 1922 aan de grond in het Dominion Newfoundland. Daarbij lieten 12 bemanningsleden het leven.
Het marineschip kon ter plaatse gedeeltelijk geborgen worden en werd in 1926 met explosieven vernietigd, al is een deel van het wrak overgebleven in het erg ondiepe water bij Point Amour.