Hugo van der Goes | ||||
---|---|---|---|---|
De heiligen Margaretha en Maria Magdalena,
detail van het Portinari-altaar | ||||
Persoonsgegevens | ||||
Geboren | Gent, ca. 1440 | |||
Overleden | Oudergem, 1482/1483 | |||
Geboorteland | Bourgondische Nederlanden | |||
Beroep(en) | kunstschilder | |||
Oriënterende gegevens | ||||
Jaren actief | 1467–1482 | |||
Stijl(en) | Vlaamse Primitieven, gotiek | |||
Invloed op | Geertgen tot Sint Jans Gerard David Domenico Ghirlandaio | |||
RKD-profiel | ||||
|
Hugo van der Goes (Gent, ca. 1440 – Oudergem, 1482/1483) was een Vlaamse kunstschilder. Hij wordt samen met schilders als Jan van Eyck en Rogier van der Weyden gerekend tot de Vlaamse Primitieven. Zijn Portinari-altaar is het belangrijkste werk van de Vlaamse Primitieven na het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck. Vanaf 1483 speelde de aanwezigheid van dit meesterwerk in Florence een rol in de ontwikkeling van het realisme en het kleurgebruik in de Italiaanse renaissancekunst. Hij introduceerde belangrijke vernieuwingen in de schilderkunst door zijn monumentale stijl, het gebruik van een specifiek kleurengamma en individualistische manier van portretteren.[1]