Iers-Gaelisch/Iers Gaeilge | ||||
---|---|---|---|---|
Sprekers | 70.000-260.000[bron?] als eerste taal, 1.860.000 in totaal[bron?] | |||
Taalfamilie | Indo-Europees
| |||
Alfabet | Latijns | |||
Officiële status | ||||
Officieel in | ||||
Taalorganisatie | Foras na Gaeilge | |||
Taalcodes | ||||
ISO 639-1 | ga | |||
ISO 639-2 | gle | |||
ISO 639-3 | gle | |||
|
Iers of Iers-Gaelisch (Gaeilge, oudere spelling Gaedhilge, Gaedhealg) is een Keltische taal die gesproken wordt in Ierland.
Het Primitief Iers is bekend uit de vijfde en zesde eeuw door inscripties in het Ogham-alfabet. Vanaf de zesde eeuw zijn er Oudierse glossen, en vanaf 700 een rijke literatuur. Deze literatuur is later te boek gesteld want zij had wezenlijk het karakter van een oraal-poëtische overdracht. De Ierse stamgemeenschappen, georganiseerd in met elkaar rivaliserende koninkrijken, werden tegen elkaar uitgespeeld door de Normandische elite van Engeland die in de middeleeuwen de Ierse Zee overstak en het gezag in handen kreeg maar het vaak ook weer moest loslaten en het uiteindelijk grotendeels door huwelijk opging in de Ierse koningsgeslachten. Alleen in de zogenaamde Pale, de provincie bewesten Dublin, en in de weinige zeehandelssteden wist het Engelstalige element zich te handhaven. De afwijzing door de Ieren van de Engelse kerkhervorming in de zestiende eeuw versterkte de Engels-Ierse tegenstellingen en voorlopig ook nog de positie van de Ierse elite. In de zeventiende eeuw was Engeland sterk genoeg om het opstandige Ierland met veel geweld te annexeren. Op de koningsgetrouwe Engelse ‘baronnen’ na vluchtte de Ierse elite grotendeels naar het buitenland, haar landbezit werd geconfisqueerd en aan Engelsen geschonken. De Rooms-Katholieke Kerk en haar instellingen, met name de zeer talrijke kloosters, werden verboden en ontmanteld. Het Iers degenereerde tot de taal van analfabete paupers. Voorlopig ‘beschermde’ dit Iers de Ieren tegen Engelse en protestantse invloed en de Anglicaanse staatskerk bleef in haar aanhang dan ook beperkt tot de Engelse elite en de Engelse en Schotse kolonisten die in groten getale in de zogenaamde ‘plantations’ gevestigd werden op onteigend land. De Rooms-Katholieke Kerk zelf zou zich overigens afkeren van het Iers en de taalkundige anglicering van de Ieren actief bevorderen. Dat weerspiegelt de ambitie om in de Engelstalige wereld een machtsfactor te worden.