Igbo | ||||
---|---|---|---|---|
Olaudah Equiano, Jaja van Opobo, Eze Nri Òbalíke, Chinua Achebe, Philip Emeagwali, Patrick Utomi, Chris Abani, Ngozi Okonjo-Iweala, Chimamanda Ngozi Adichie, Chiwetel Ejiofor, Phyno, Genevieve Nnaji
| ||||
Totale bevolking | ca. 38 miljoen | |||
Taal | Igbo | |||
Geloof | Voornamelijk Christendom, soms gesyncretiseerd met inheemse Igbo-godsdienst- en geloofssystemen | |||
Verwante groepen | Ibibio, Efik, Annang, Ogoni, Idoma, Igala, Urhobo, Ijo, Ogoja | |||
|
Met de Igbo wordt een groep volkeren aangeduid die in het tegenwoordige Nigeria leven. Hun taal wordt eveneens Igbo genoemd. Vroeger werden beide weergegeven als Ibo. De schrijfwijze Igbo wordt als juister beschouwd.[bron?]
De Igbo doen aan landbouw (knolgewassen). Zij zijn in het algemeen goed geschoold, waardoor de Igbo in de jonge staat Nigeria belangrijke posities gingen bekleden, met als gevolg een verscherping van de tegenstellingen, met name met de (islamitische) Hausa. Deze verscherping was aanleiding tot de Biafraanse Oorlog (1967–1970), waarbij veel Igbo vermoord werden. Van de traditionele Igbo-kunst zijn de houten maskers en Ikenga-figuren (een huisgod) bekend.