De inquisitie in de Nederlanden was in de middeleeuwen – net zoals in andere delen van Europa – het terrein van bisschoppen en pauselijke inquisiteurs. De inquisitie had als doel de religieuze en sociale orde in de samenleving te handhaven en werkte samen met de wereldlijke autoriteiten om de gelovigen te beschermen tegen de afvalligen. Tot het begin van de reformatie werd de inquisitie in de Nederlanden, evenals in de rest van Europa geaccepteerd als een noodzakelijke instelling die de samenleving beschermde tegen religieuze wanorde en chaos.