Joannes Zwijsen | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Metropoliet van de Rooms-Katholieke Kerk | ||||
![]() | ||||
Geboren | 28 augustus 1794 | |||
Plaats | Kerkdriel | |||
Overleden | 16 oktober 1877 | |||
Plaats | 's-Hertogenbosch | |||
Wijdingen | ||||
Priester | 19 januari 1817 | |||
Bisschop | 17 april 1842 | |||
Kerkelijke carrière | ||||
Eerdere functies | 1853-1868: aartsbisschop van Utrecht 1853-1877: bisschop van Den Bosch[1] | |||
Successie | ||||
Opvolger | Aartsbisschop van Utrecht: Andreas Ignatius Schaepman Bisschop van Den Bosch: Adrianus Godschalk | |||
|
Joannes Zwijsen (Kerkdriel, 28 augustus 1794 – 's-Hertogenbosch, 16 oktober 1877) was een rooms-katholiek geestelijke. Bij zijn bisschopswijding door Cornelis van Wijckerslooth in 1842 koos hij de wapenspreuk Mansuete et fortiter ("Zachtmoedig en sterk").
Na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 in Nederland, werd hij de eerste aartsbisschop van Utrecht, tegelijk was en bleef hij bisschop van het bisdom 's-Hertogenbosch. Daar bleef hij ook steeds wonen en wel in Huize Gerra, genoemd naar de plaats in Ticino, Zwitserland, waarvan hij de eerste jaren titulair bisschop was. Deze term werd overigens pas enige decennia later gangbaar; voordien sprak men van bisdommen in partibus infidelium (in het gebied van de heidenen), ook wel kortweg: in partibus.