Kabinet–Heath | ||||
---|---|---|---|---|
Kabinet in Verenigd Koninkrijk | ||||
Premier | Edward Heath | |||
Partij(en) | Conservative Party | |||
Politieke kleur | Liberaal-Conservatief (Centrumrechts) | |||
1970–1974 | ||||
Start | 19 juni 1970 | |||
Demissionair | 28 februari 1974 | |||
Eind | 4 maart 1974 | |||
Voorganger | Wilson II | |||
Opvolger | Wilson III | |||
Staatshoofd | Elizabeth II | |||
|
Het kabinet–Heath was de uitvoerende macht van de Britse overheid van 19 juni 1970 tot 4 maart 1974. Het kabinet werd gevormd door de Conservative Party na de verkiezingen van 1970 met Edward Heath de partijleider van de Conservative Party als premier. In het kabinet zaten meerdere (toekomstige)-prominenten zoals: Alec Douglas-Home, Iain Macleod, Willie Whitelaw, Quintin Hogg, Peter Carington, Keith Joseph, Margaret Thatcher en Francis Pym.
Het kabinet diende tijdens het begin van de turbulente jaren 1970 en kreeg te maken met grote onrust in de samenleving zoals de oliecrisis van 1973, een recessie in 1974 en mijnwerkersstakingen. Ook trad het Verenigd Koninkrijk op 1 januari 1973 toe tot de Europese Economische Gemeenschap.[1]