Keverslakken Fossiel voorkomen: Devoon[1] – heden | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Acanthopleura granulata | |||||||
Taxonomische indeling | |||||||
| |||||||
Klasse | |||||||
Polyplacophora de Blainville, 1816 | |||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||
Keverslakken op Wikispecies | |||||||
|
Keverslakken of chitons (Polyplacophora) zijn een klasse van weekdieren met een ovaalvormig, afgeplat lichaam. Keverslakken hebben een stevige schelp die uit acht schelpdelen bestaat. Hieromheen ligt een mantelzoom waarop bij veel soorten schubben of stekels voorkomen. Keverslakken leven in kustgebieden, waar ze algen van de bodem schrapen met hun rasptong (radula). Keverslakken worden beschouwd als een van de meest primitieve groepen weekdieren die nog niet zijn uitgestorven.
Keverslakken worden vertegenwoordigd door ruim 900 soorten en vele uitgestorven soorten die als fossiel bekend zijn.[2][3] In de Waddenzee komt slechts één soort voor, de asgrauwe keverslak. Langs de Noordzeekust zijn nog een aantal andere soorten aan te treffen, die zich vaak vastzetten op drijvend materiaal.