Het Korps Luchtwachtdienst (KLD) was een Nederlandse organisatie belast met observatie en melding van in het nationale luchtruim binnengedrongen van vijandelijke vliegtuigen, met name uit de Sovjet-Unie. De dienst was onderdeel van het Commando Luchtverdediging van de Koninklijke Luchtmacht.
Het KLD bemande tussen 1950 en 1968 tijdens de Koude Oorlog een semi-geheim netwerk van luchtwachttorens en andere uitkijkposten met vrijwillige waarnemers. Doel was het met zicht(kijkers) en gehoor signaleren, melden en volgen van vliegtuigen die beneden het toenmalig radarbereik vlogen, dat was een hoogte van minder dan 1500 meter. Naast vliegtuigobservaties en eventuele verdachte scheepsbewegingen meldden de vrijwilligers bijzonderheden over de lokale situatie en het weer. Ook landingen van parachutisten moesten gemeld worden. In populair spraakgebruik stond de afkorting KLD voor kijken, luisteren en doorgeven.
Er was een netwerk van 276 observatieposten verspreid over heel Nederland. De helft was gevestigd in en op bestaande gebouwen, zoals op molens en fabrieken, de overige in speciaal voor dit doel gebouwde losstaande luchtwachttorens.[1][2] De meeste van die in de jaren 1950 gebouwde 138 luchtwachttorens zijn later weer gesloopt. Slechts 19 exemplaren resteren, enkele daarvan zijn tot monument verklaard.[3][4][5]