Mammelukken of mamlukken (Arabisch: مملوك; letterlijk: (een persoon) in bezit, bezetene; vroeger ook als "mamelukken" gespeld) waren van de negende tot de negentiende eeuw niet-Arabische slaaf-soldaten, van origine merendeels Turks, Kaukasisch, Oost- en Zuidoost Europees, die opgeleid werden voor militaire of bestuurlijke dienst onder de regerende Arabische dynastieën. De meesten waren geboren in arme families, die bij een overschot aan kinderen hun zonen verkochten. Veel vorsten maakten gebruik van legers die grotendeels uit dergelijke slaven bestonden, hun status lag boven die van een gewone slaaf. Mammelukken die bijzonder capabel bleken, konden tot hoge functies opklimmen, zoals legerleider, minister of vizier. In een aantal gevallen werd een voormalige slaaf zelfs sultan.[1]
In het Midden-Oosten, met name in Egypte, maar ook in Mesopotamia en India, groeide uit de mammelukken een machtige militaire orde, die als ridders te paard vochten, onder andere tegen legers georganiseerd in christelijke militaire veldtochten, de Kruistochten. Van 1250 tot 1517 regeerde een mammelukkendynastie van sultans over Egypte. Eerder, in 1206, was in het noorden van India de Slavendynastie aan de macht gekomen.