Maria Amalia van Oostenrijk | ||
---|---|---|
1701-1756 | ||
Koningin- en keizerin-gemalin van het Heilige Roomse Rijk | ||
Periode | 1742-1745 | |
Voorganger | Elisabeth Christine van Brunswijk-Wolfenbüttel | |
Opvolger | Maria Theresia van Oostenrijk | |
Koningin-gemalin van Bohemen | ||
Periode | 1740-1765 | |
Voorganger | Elisabeth Christine van Brunswijk-Wolfenbüttel | |
Opvolger | Frans van Lotharingen | |
Vader | Jozef I | |
Moeder | Amalia Wilhelmina van Brunswijk-Lüneburg |
Maria Amalia Josefa Anna (Hofburg, Wenen, 22 oktober 1701 — München, 11 december 1756) was aartshertogin van Oostenrijk, keurvorstin van Beieren en keizerin van het Heilige Roomse Rijk. Ze was de jongste dochter van keizer Jozef I en Amalia Wilhelmina van Brunswijk-Lüneburg.
Maria Amalia was klein, zelfverzekerd, plezierig en hield van jagen en haar honden. In 1717 ontmoette ze haar toekomstige echtgenoot.
Op 5 oktober 1722 huwde zij te Wenen met prins Karel Albert van Beieren (1697-1745), die later als Karel VII keizer werd. Zij kregen zeven kinderen: