NS 1100 | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
H.S.M. 186 in Amsterdam in 1900.
| ||||
Aantal | 27 | |||
Nummering | HSM: 126-135, 144-148, 154-159, 184-189 NS: 1101-1127 | |||
Fabrikant | Borsig | |||
In dienst | 1883-1884, 1888 | |||
Uit dienst | 1924-1932 | |||
Asindeling | 1B | |||
Spoorwijdte | 1435 mm | |||
Massa locomotief | 44,6 ton | |||
Massa tender | 25,9 ton | |||
Diameter drijfwielen | 2140 mm | |||
Diameter loopwielen | 1100 mm | |||
Diameter tenderwielen | 1100 mm | |||
Lengte over buffers | 15.169 mm | |||
Hoogte | 4400 mm | |||
Maximumsnelheid | 90 km/u | |||
Vuurkist | 9,5 m2 | |||
Vlampijpen | 100-104 m2 | |||
Roosteroppervlak | 2,09 m2 | |||
Maximum stoomspanning | 10,3 kg/cm2 | |||
Aantal cilinders | 2 | |||
Diameter × slaglengte cilinders | 456 x 660 mm | |||
Stoomverdeling | Walschaerts | |||
Waterinhoud | 9 m3 | |||
Brandstofvoorraad | 3,6 ton kolen | |||
Trekkracht | 4600 kg | |||
Remsysteem | Westinghouserem | |||
Soortmerk | HSM: P3 NS: P2 | |||
Bijnaam | Snellopers | |||
Aantal bewaarde exemplaren | 0 | |||
|
NS 1100 was een serie stoomlocomotieven van de Nederlandse Spoorwegen (NS) en diens voorganger Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HSM).
Voor de zwaarder wordende sneltreinen had de HSM behoefte aan sterkere locomotieven. Terwijl de laatste tienders 116-125 nog werden afgeleverd kwam de HSM met een nieuw ontwerp, welke eveneens door Borsig in Berlijn zou worden gebouwd. In 1883 werden de 126-135 en 144-148 afgeleverd, in 1884 gevolgd door de 154-159. De locomotief 154 Boerhave kreeg vanaf de fabriek een ander uiterlijk door een grotere kap met grote zijruiten. Deze locomotief werd bij voorkeur voor koninklijke treinen gebruikt. In 1888 volgde nog een nabestelling van de 184-189, welke op een aantal punten van de eerdere locomotieven afweken. De kap was in grote lijnen op die van de Boerhave gebaseerd, echter nu in staal uitgevoerd in plaats van hout. Een tweede nabestelling in 1888 werd voorzien van compoundwerking geleverd als 190-193.
Doordat deze locomotieven zeer geschikt bleken voor het rijden van sneltreinen, kregen ze al snel de bijnaam snelloper.
Bij de samenvoeging van het materieelpark van de HSM en de SS in 1921 kregen de locomotieven van deze serie de NS-nummers 1101-1127. Tussen 1924 en 1932 werden de locomotieven afgevoerd. Er is geen exemplaar bewaard gebleven.