Nederlands-Nieuw-Guinea | |||||
---|---|---|---|---|---|
Overzees Rijksdeel van het Koninkrijk der Nederlanden | |||||
| |||||
| |||||
Kaart | |||||
Algemene gegevens | |||||
Hoofdstad | Hollandia | ||||
Oppervlakte | 323.000 km² | ||||
Bevolking | ± 321.000 (1955) | ||||
Talen | Nederlands | ||||
Volkslied | vanaf 1961 Hai Tanahku Papua | ||||
Munteenheid | Nederlands-Nieuw-Guineese gulden | ||||
Regering | |||||
Dynastie | Oranje-Nassau | ||||
Staatshoofd | Koning van Nederland | ||||
Geschiedenis | |||||
- Nederlandse claim bij soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië | 27 december 1949 | ||||
- Overdracht aan de VN | 1 oktober 1962 |
Nederlands-Nieuw-Guinea was van 1949 tot 1962 een overzees gebiedsdeel van het Koninkrijk der Nederlanden als deel van het eiland Nieuw-Guinea. Het omvatte de huidige Indonesische provincies Papoea en West-Papoea (Papua Barat).
Voor 1949 maakte het gebied deel uit van Nederlands-Indië. Bij de overdracht van de soevereiniteit aan Indonesië behield Nederland Nieuw-Guinea. De motiveringen van de Nederlandse regering hiervoor wisselden herhaaldelijk. Het Nederlandse beleid werd daarbij sterk bepaald door de houding van Nederland ten opzichte van Indonesië. Enerzijds wilde men Nieuw-Guinea gebruiken als Nederlandse invloedssfeer in de regio. Anderzijds wilde men door Nieuw-Guinea te "ontwikkelen" en de Papoea-bevolking te emanciperen bewijzen dat Nederland als koloniale mogendheid niet had gefaald.
Indonesië eiste Nieuw-Guinea op. Het geschil over dit gebied droeg in belangrijke mate bij tot de snel verslechterende relatie tussen Nederland en Indonesië na de onafhankelijkheid van dat land. In 1962 droeg Nederland onder druk van de internationale gemeenschap en een dreigende oorlog met Indonesië Nieuw-Guinea de facto over aan Indonesië.