Our website is made possible by displaying online advertisements to our visitors.
Please consider supporting us by disabling your ad blocker.

Responsive image


Nikolaj Jezjov

Jezjov, 1938

Nikolaj Ivanovitsj Jezjov (Russisch: Николай́ Иванович Ежов́) (waarschijnlijk Vejvery (nu Litouwen), 1 mei 1895 - Moskou, 4 februari 1940) was tussen 1936 en 1938 als volkscommissaris voor Binnenlandse Zaken het hoofd van de NKVD ten tijde van de Grote Zuivering. In deze hoedanigheid was hij hoogstwaarschijnlijk na Stalin de machtigste man van de Sovjet-Unie. Stalin gaf hem de bijnaam 'Braam', terwijl onder de mensen de bijnamen 'Gnoom', 'Giftige Dwerg' en 'Bloeddorstige Dwerg' circuleerden, vanwege zijn kleine postuur en sadisme. De tijd waarin Jezjov hoofd van de NKVD was, wordt in Rusland ook weleens aangeduid als Jezjovsjtsjina (het Bewind van Jezjov of het Bewind van de Egel, daar 'jezj' Russisch is voor egel).

Jezjov was de uitvoerder van Stalins Grote Zuivering, hoewel zijn voorganger Genrich Jagoda al met de zuiveringen was begonnen en zijn opvolger Lavrenti Beria ook zeer veel functionarissen heeft weggezuiverd, dan wel naar de kampen gestuurd. De zuiveringen liet Jezjov op bevel van Stalin uitvoeren. Uiteindelijk zou hij er zelf eveneens slachtoffer van worden.

Jezjovs carrière bij de NKVD leek sterk op die van zijn voorganger Jagoda. Beide mannen bereikten hun hoogtepunt tijdens een tweejarig volkscommissariaat van de NKVD, beiden voerden de Grote Zuivering uit op bevel van Stalin en beiden werden uiteindelijk zelf weggezuiverd, waarschijnlijk uit angst dat ze vanuit hun sleutelpositie een bedreiging voor Stalin zouden kunnen vormen.


Previous Page Next Page