Our website is made possible by displaying online advertisements to our visitors.
Please consider supporting us by disabling your ad blocker.

Responsive image


Oldambtster boerderij

De opmaak van dit artikel is nog niet in overeenstemming met de conventies van Wikipedia. Mogelijk is ook de spelling of het taalgebruik niet in orde. Men wordt uitgenodigd deze pagina aan te passen.

Oldambster boerderij te Stadskanaal (2010)

De Oldambtster boerderij is een boerderijtype dat vooral in het Oldambt en de Groningse en Drentse Veenkoloniën, alsmede in Oost-Friesland (Nedersaksen) voorkomt. Bij dit type boerderij zijn het woonhuis en de schuur in elkaars verlengde gebouwd. Dit boerderijtype wordt in Nederland tot de noordelijke of Friese huisgroep gerekend, waartoe ook de stolpboerderij en de kop-hals-romp-boerderij behoren.

In Noord-Duitsland noemt men dit het (Oost-Friese) gulfhaus of Ostfriesenhaus. Het type is ontstaan uit de middeleeuwse klooster- en tiendschuren in West-Europa, en is nauw verwant met de Brabantse en Vlaamse schuren in de Zuidelijke Nederlanden en aan de Nederrijn, met de stolpboerderij in Noord-Holland en de grote schuren in West-Vlaanderen,Zeeland, Friesland, Sleeswijk-Holstein en Jutland.[1] Ook middeleeuwse markhallen, feestzalen en hallenkerken behoren tot de verwante bouwvormen.

Kenmerkend voor de Oldambtster boerderij en verwante typen zijn het houten gebint waarop het hele gebouw rust. Verdere kenmerken zijn de centrale bergruimte, de paarden- en koestallen in de zijbeuken en een zijdelingse doorrit annex dorsvloer, die het mogelijk maakte oogstwagens efficiënt te lossen. Kenmerkend voor het uiterlijk zijn vooral de doorgaande daklijn en de inspringingen of krimpen, die verhoogde raampartijen mogelijk maken.

De Oost-Friese naam gulfhaus is ontleend aan het vak tussen de twee gebinten waar vroeger de graanoogst en het hooi werden opgetast. Dit vak werd in het Oldambt en Duurswold vroeger gòlf genoemd, tegenwoordig meestal goul, net als op het Hogeland. In het Westerkwartier en in Friesland spreekt men over gol of golle.[2] In sommige Engelse dialecten gebruikte men het woord goaf, in Jutland gulv. Deze woorden duiden - net als het Oud-Noorse golv - op een oude term voor 'vloer'.[3]

De boerderijen van dit type waren gewild vanwege het spaarzame houtgebruik, de omvangrijke bergruimte en de windbestendigheid. Het Oldambtster type heeft zich met name in de negentiende en twintigste eeuw verspreid over grote delen van Groningen, Drenthe, Overijssel, Emsland, Butjadingen en Dithmarschen, waar een aangepaste vorm zonder krimpen ontstond. De boerderij verving vaak de zogenaamde hallenhuisboerderij, waar de oogst werd opgeslagen op een balkenzolder boven de centrale deel. Tot ver na de Tweede Wereldoorlog werden in heel Noord-Nederland boerderijen gebouwd die strikt genomen tot het Oldambtster type behoren, met name in de IJsselmeerpolders, in landontginningsprojecten van de Heidemij, bij wederopbouwboerderijen en bij ruilverkavelingen. In Duitsland ontwikkelde men aangepaste vormen voor de nieuwe polders die in de Hitlertijd werden bedijkt.

Typerend voor het Oldambt en westelijk Oost-Friesland zijn vooral de pannendaken, die werden gedekt met pannen van plaatselijke steenfabrieken rond Winschoten en langs de Eems. Dankzij het pannendak kon men het regenwater opvangen in ondergrondse putten en kelders, waardoor men niet afhankelijk was van het verzilte water in de sloten.

  1. Knottnerus, 'Haubarg, Barghaus'.
  2. Elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten, art. golf, naar H. Molema, 'Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw', 1895, handschrift met aanvullingen bij de eerste druk van 1887.
  3. Hans Jonsson, Nordiska ord för vattensamling, Lund 1966, p. 159-163.

Previous Page Next Page






Agerumslade Danish Gulfhaus German Gulf house English Maison à Gulf French Gulfhuus NDS Aastfräisk Huus STQ

Responsive image

Responsive image