Een osteocyt[1][2] is de meest voorkomende cel in botweefsel. Nadat een osteoblast vast komt te zitten tijdens het vormen van de botmatrix, transformeert hij tot een osteocyt. Hierbij is hij omgeven door gemineraliseerd bot en collageenvezels. De osteocyt bevindt zich dan in de botlacune. Osteocyten zijn met elkaar verbonden via lange canaliculi, die gebruikt worden voor het uitwisselen van mineralen, voedingsstoffen en afvalstoffen via gap junctions. Dit netwerk van kanalen is complex en heeft bij de mens naar schatting een totale lengte van 175000 km.[3] Daarnaast hebben deze een functie in het meten van de vloeistofschuifstroomkrachten door de kanalen.[2] Osteocyten zijn net als osteoblasten en zenuwcellen niet in staat tot mitotische deling. Toch is in vergelijking met zenuwcellen het osteocytennetwerk zeer dynamisch, dankzij de continue bothermodellering.[3] Het volwassen menselijk lichaam heeft er ongeveer 42 miljard..[4]