Oudfrankisch | ||||
---|---|---|---|---|
Gesproken in | Frankische Rijk | |||
Uitgestorven in | In de 6e - 7e eeuw overgegaan in verschillende Frankische dialecten | |||
Taalfamilie | ||||
Dochtertaal | ||||
Alfabet | Elder Futhark | |||
Taalcodes | ||||
ISO 639-2 | gem (Germaanse talen) | |||
ISO 639-3 | frk | |||
|
Oudfrankisch was de taal van de uit Germanië afkomstige Franken die in de 5e eeuw tijdens de Grote Volksverhuizing de Romeinse provincies Gallia Belgica en Gallia – het latere België en Frankrijk – veroverden.
Over deze taal zelf is bij gebrek aan materiaal vrijwel niets bekend, maar men mag aannemen dat een voorloper ervan de basis vormde van alle Frankische variëteiten – dus zowel van de Nederfrankische (via het Oudnederfrankisch) als van de Middel-, Oost- en Zuid-Frankische taalvarianten, en daarmee ook indirect de voorloper van het Middelnederlands en Nieuwnederlands.
Niet later dan de 6e of 7e eeuw is het Oudfrankisch in verschillende Frankische dialecten uiteengevallen. Later moesten in het zuiden van het Frankische taalgebied de verschillende Middelfrankische dialecten eerst wijken voor een mede van het Hoogfrankisch afgeleid dialect dat de standaardtaal werd, het Oudhoogduits (in de vroege middeleeuwen). In de 17e eeuw werd in het westen van het Frankische taalgebied het Nieuwnederlands – dat uit Nederfrankisch dialect ontstaan was – de standaardtaal.