Passieve immuniteit is een tijdelijke vorm van bescherming tegen ziekteverwekkers, die ontstaat door het direct inspuiten van antistoffen ('kunstmatige passieve immunisatie'), moedermelk of uitwisseling via de navelstreng ('natuurlijke passieve immunisatie'). Hierbij wordt een persoon of dier beschermd tegen de gevolgen van een infectie door de aangeleverde antistoffen (afweerstoffen) tegen de verwekker zonder dat de persoon deze zelf actief aangemaakt heeft.[1]
Passieve immunisatie is een belangrijke behandelingsstrategie bij sommige acute infectieziekten. Het wordt overwogen wanneer er bij iemand een hoog infectierisico is en het lichaam onvoldoende tijd heeft om zijn eigen immuunrespons te ontwikkelen. Passieve immunisatie wordt meestal ingezet wanneer mensen zelf geen of moeilijk antilichamen kunnen aanmaken, maar wel zijn blootgesteld aan een ziekte waartegen ze geen immuniteit hebben.