Systeem Periode |
Serie Tijdvak |
Subserie |
Etage Tijdsnede |
Ouderdom (Ma) |
---|---|---|---|---|
Kwartair | Holoceen | Boven | Meghalayen | 0 - 0,0042 |
Midden | Northgrippien | 0,0042 - 0,0082 | ||
Onder | Greenlandien | 0,0082 - 0,0117 | ||
Pleistoceen | Boven | Boven | 0,0117 - 0,126 | |
Midden | Chibaien | 0,126 - 0,781 | ||
Onder | Calabrien | 0,781 - 1,80 | ||
Gelasien | 1,80 - 2,58 | |||
Neogeen | Plioceen | Piacenzian | ouder | |
Indeling van het Kwartair volgens de ICS.[1] |
Het Pleistoceen is in de geologische tijdschaal een tijdvak van 2,58 miljoen (Ma) tot 11,7 duizend jaar (ka) geleden, én tegelijk de serie gesteentes met die ouderdom (in het verleden ook wel het "diluvium" genoemd). Het Pleistoceen is de vroegste of onderste onderverdeling van het Kwartair. Het volgt op het Plioceen en wordt gevolgd door het Holoceen. Het Pleistoceen kenmerkt zich door een afwisseling van perioden met een gematigd warm klimaat (interglacialen of tussenijstijden, zoals de huidige tijd) en perioden met een overwegend veel kouder klimaat, de zogenaamde glacialen (ook wel 'ijstijden' genoemd). Tijdens glacialen waren er ook landijskappen buiten de poolgebieden (vooral op het Noordelijk Halfrond). Door het vastleggen van enorme hoeveelheden water in de landijskappen daalde elk glaciaal de zeespiegel wereldwijd met vele tientallen meters, oplopend tot circa 200 meter tijdens de maximale ijsuitbreidingen. Door deze enorme daling werden de ondiepe randzeeën overal kleiner en kwamen eilanden in verbinding met elkaar en het vasteland. Het Pleistoceen was ook een tijd van grote veranderingen in flora en fauna (veroorzaakt door de relatief snelle afwisseling van warme en koude perioden) wat zich vooral uit in het uitsterven van veel plant- en diersoorten. Een ander effect is een snellere evolutie, vooral bij bepaalde groepen zoogdieren zoals bij de woelmuizen. Het Pleistoceen zag verder de opkomst en ontwikkeling van het geslacht Homo, de mensachtigen.