L-Proline | ||||
---|---|---|---|---|
Structuurformule en molecuulmodel | ||||
▵ Structuurformule van L-proline
| ||||
▵ Molecuulmodel van L-proline
| ||||
Algemeen | ||||
Molecuulformule | ||||
IUPAC-naam | Proline | |||
Andere namen | (S)-pyrrolidine-2-carbonzuur | |||
Molmassa | 115,13 g/mol | |||
SMILES | C1CCNC1C(=O)O
| |||
CAS-nummer | 147-85-3 | |||
EG-nummer | 205-702-2 | |||
Wikidata | Q484583 | |||
Fysische eigenschappen | ||||
Aggregatietoestand | vast | |||
Kleur | doorzichtige kristallen | |||
Smeltpunt | 205–228 °C | |||
Evenwichtsconstante(n) | pKz1 = 1.99 (carboxyl) pKz2 = 10.96 (amino) | |||
Tenzij anders vermeld zijn standaardomstandigheden gebruikt (298,15 K of 25 °C, 1 bar). | ||||
|
Proline (afgekort als Pro of P) is een hydrofoob aminozuur met een unieke structuur. Het is een van de twintig natuurlijk voorkomende proteïnogene aminozuren die fungeren als bouwstenen van eiwitten. Proline bevat een pyrrolidine: een ring waarin het stikstofatoom (van de aminogroep) en het α-koolstofatoom van het aminozuur rechtstreeks deel uitmaken van de zijketen. Deze ringstructuur geeft proline een bijzondere conformationele rigiditeit en is van groot belang bij de totstandkoming van de eiwitstructuur.
Bij fysiologische pH is proline een apolaire verbinding door de aanwezigheid van de alifatische ring. Het wordt geclassificeerd als een niet-essentieel aminozuur omdat het lichaam (onder normale omstandigheden) voldoende proline kan vormen uit het eveneens niet-essentiële glutaminezuur. Proline wordt gecodeerd door de codons die beginnen met CC, namelijk CCA, CCC, CCG en CCU.