De quotumregel stelt dat het aantal zetels van een partij gelijk is aan haar evenredig aandeel, afgerond naar boven of beneden. In de wiskunde en politicologie is dit een gewenste eigenschap van evenredige zeteltoewijzingsmethoden.[1][2]
Als een partij bijvoorbeeld 10,56% van de stemmen krijgt en er 100 zetels in een parlement zijn, dan bepaalt de quotumregel dat wanneer alle zetels zijn verdeeld, de partij 10 of 11 zetels zou moeten krijgen.
De meest voorkomende toewijzingsmethode (D'Hondt-methode) schendt de quotumregel in bepaalde situaties, terwijl meer onpartijdige verdelingsmethodes dit slechts zelden (Sainte-Laguë-methode) tot nooit (grootste-overschottenmethode) doen.