Short gaan, short-selling of het innemen van een baissepositie is het verkopen van effecten die men niet in bezit heeft, om zo te kunnen profiteren van een daling van de beurskoers. Het kan gaan om effecten zoals aandelen en obligaties. Short gaan in afgeleide effecten zoals opties en futures wijkt hiervan af. Soms wordt het in bepaalde gevallen verboden omdat het destabiliserend kan werken, naar aanleiding van de kredietcrisis in 2008.
De netto shortpositie van een natuurlijke of rechtspersoon is de shortpositie die overblijft nadat de longpositie in mindering is gebracht.