Een slagtand is een extreem lange tand van bepaalde zoogdieren, die naar buiten steekt wanneer de mond gesloten is. Tot de zoogdieren met slagtanden behoren onder meer olifanten, zwijnen, walrussen, narwals en verscheidene primitieve herten als de muskusherten, de Chinese waterree en de muntjaks. Meestal zijn de slagtanden van een mannetje groter dan die van het vrouwtje. Dieren gebruiken slagtanden voor verscheidene doeleinden.
De twee slagtanden van een olifant zijn bovenste snijtanden. Bij andere dieren zoals bij de walrussen, zwijnen en herten zijn het de bovenste hoektanden, bij enkele uitgestorven slurfdieren, nauwe verwanten van de olifanten, als de Deinotherium waren het juist de onderste snijtanden die uitgroeiden tot slagtanden.
Slagtanden worden door mensen voornamelijk als ivoor gebruikt. De jacht op ivoor leidde er echter toe dat bepaalde diersoorten, voornamelijk de Afrikaanse olifanten, in aantallen schrikbarend achteruit gingen.[1] Ivoorhandel is dan ook aan banden gelegd door de Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora (CITES).