Speeksel (Latijn: saliva) is een vloeistof die in door de speekselklieren wordt uitgescheiden in de mond.[1] De vloeistof bestaat uit water, eiwitten (zoals mucines, verschillende enzymen, en antistoffen) en elektrolyten. In een gezonde mond wordt dagelijks een halve tot anderhalve liter speeksel geproduceerd. De snelheid waarmee dit gebeurt kan aanzienlijk variëren, zowel binnen een individu als tussen individuen onderling. De snelheid van speekselproductie en de samenstelling van het speeksel worden in grote mate beïnvloed door prikkels, zoals smaakprikkels of mechanische prikkels.
- in rust wordt gemiddeld 0.25 tot 0.5 mL speeksel per minuut geproduceerd. Dit ongestimuleerde speeksel is muceus (slijmerig) en wordt voornamelijk geproduceerd door de onderkaakspeekselklier (glandula submandibularis) en de ondertongspeekselklier (glandula sublingualis).[1]
- de speekselproductie wordt gestimuleerd door kauwbewegingen en door smaakprikkels zoals zuur. Gestimuleerd speeksel wordt voor het grootste deel geproduceerd door de oorspeekselklier (glandula parotis) en is meer sereus (waterig). De productie van gestimuleerd speeksel door kauwen varieert in een gezonde mond tussen de 0.7 en 3 mL per minuut.[1]
De zuurgraad (pH) van ongestimuleerd speeksel varieert meestal tussen de 6.4 en 6.9; de pH stijgt als de speekselproductie gestimuleerd wordt.[1] Een tekort aan speeksel wordt ook wel hyposialie genoemd.