Transfobie (van verkorting trans voor transgender en Oudgrieks φόβος (phóbos), vrees, angst) is een afkeer van of vijandigheid tegenover mensen die transgender zijn. Soms wordt ook het woord transhaat gebruikt voor dit fenomeen.[1] Transfobie kan zich uiten in bijvoorbeeld verbaal of fysiek geweld, verkrachting, ontkenning van asielrecht, iemand weigeren bij openbare toiletten of kleedruimten of bewust verkeerde voornaamwoorden gebruiken om naar iemand te verwijzen.[2][1]
Het fenomeen wordt wel onder de aandacht gebracht door transgenderactivisten en -theoretici. De term is ontstaan naar analogie van homofobie, lesbofobie en bifobie. Deze begrippen worden parallel aan seksisme en racisme gebruikt, maar leggen de nadruk op de irrationele basis van de betreffende vormen van discriminatie. Studies wijzen uit dat transfobie en de daaraan gerelateerde sociale isolatie een grote factor is in de verhoogde suïcidaliteit, genderdysforie en depressie onder de transgender gemeenschap.[3][4]