Zeestromen zijn continue bewegingen van het oceaanwater, voor het grootste deel veroorzaakt door de energie van de zon. Deze stromen vormen een complex en veranderlijk verschijnsel. Ze worden onderscheiden van de getijdestromen, die een cyclisch karakter hebben. Binnen de oceanen bevinden zich hoofdcirculaties die uit meerdere onderscheiden stromen bestaan. De hoofdcirculaties staan met elkaar in verbinding met een wereldwijde transportband, de thermohaliene circulatie. Dit is een combinatie van zeestromingen aan de oppervlakte, onderzeese stromingen, en opwellingen die samen de algemene circulatie vormen die het warmtetransport over de aarde verzorgt.
Het debiet wordt meestal uitgedrukt in m3/s of Sv, de snelheid in knopen of zeemijlen per dag en de richting in streken of graden waar de stroom heen gaat, dit laatste in tegenstelling tot de windrichting waarbij wordt aangegeven waar deze vandaan komt. Aan de oppervlakte is de stroming het sterkst, bij toenemende diepte neemt deze af en draait om, de Ekmanspiraal genoemd.
De stromingen zijn te zien op verschillende soorten satellietbeelden. Zo kan het warmtebeeld inzicht geven in het verloop van de stroming, terwijl ook satelliet-altimetrie hier aan bij kan dragen, doordat hiermee de hoogteverschillen kunnen worden gemeten die samenhangen met de gradiëntstroom. Ook directe metingen vinden plaats, zoals met ADCP en met verankerde en vrij drijvende boeien.