De zuidelijk-centrale groep is een subgroep van de Nederfrankische taalvariëteiten die is gedefinieerd door Georges De Schutter. Het is een groepering van een aantal zuidelijke dialecten van Jo Daan.
In het noordwesten is de hoofdbegrenzing de gij/jij-isoglosse. In het zuidoosten vormen de Uerdinger linie en de Getebundel de grens met de zuidoostelijke groep (het Limburgs).