Acacius (Grieks: Ἀκάκιος) (overleden 489) was 471 tot 489 de oecumenisch patriarch van Constantinopel. Acacius was in zijn tijd de belangrijkste prelaat in de Oosters-orthodoxie kerk. Hij stond bekend om zijn ambitieuze deelname aan de controverses over de leerstellingen van Chalcedon.
Acacius adviseerde de Byzantijnse keizer Zeno in 482 het Henotikon-edict uit te vaardigen. In dit edict werden Nestorius en Eutyches veroordeeld, werden de twaalf anathema's van Cyrillus van Alexandrië geaccepteerd, en werd de definitie van Chalcedon genegeerd.
Deze poging om het geschil over de orthodoxie van het concilie van Chalcedon te overbruggen was tevergeefs. Paus Felix III zag het prestige van ambt aangetast in dit kleineren van Chalcedon en zijn voorganger Leo's brief. Hij veroordeelde Acacius en zette hem uit zijn ambt, een procedure die Acacius met minachting bezag.
Het hierdoor ontstane schisma zou tot na de dood van Acacius blijven bestaan. Het Acaciaanse schisma duurde de gehele lange regering van de Byzantijnse keizer Anastasius I en werd pas in 519 geheeld ten tijde van de regering van keizer Justinus I onder paus Hormisdas.
Voorganger: Gennadius I |
Patriarch van Constantinopel (471-489) |
Opvolger: Fravitta van Constantinopel |