Agglutinatie is een morfologisch verschijnsel waarbij affixen zoals achtervoegsels aan een woord worden toegevoegd om de betekenis ervan verder te specificeren. Het begrip agglutinatie werd door de Duitse taalkundige Wilhelm von Humboldt geïntroduceerd om talen uit morfologisch oogpunt te classificeren. Het is afgeleid van het Latijnse werkwoord agglutinare, dat samenlijmen betekent.
Talen waarin gebruik wordt gemaakt van agglutinatie – dat wil zeggen dat woorden in morfemen met elk een eigen betekenis kunnen worden opgesplitst – heten agglutinerende talen. Ze zijn tevens synthetisch omdat ze ertoe neigen morfemen aan één woordvorm te rijgen, in tegenstelling tot analytische talen als het Nederlands, Frans en Engels waar de functie van morfemen grotendeels wordt overgenomen door op zichzelf staande woorden (voorzetsels, bezittelijke voornaamwoorden, enz.). Agglutinerende talen dienen ook onderscheiden te worden van de flecterende synthetische talen (zie verder) – hoewel het verschil hier beduidend kleiner is.
Prominente voorbeelden waarin agglutinaties de norm vormen, zijn het Turks en het Japans.