Akkerklokje | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Campanula rapunculoides L. (1753) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Akkerklokje op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
Het akkerklokje (Campanula rapunculoides) is een vaste plant, die behoort tot de klokjesfamilie (Campanulaceae). In Nederland is de plant vanaf 1 januari 2017 niet meer wettelijk beschermd. De plant komt van nature voor in Eurazië. De plant wordt gebruikt in bloemenweidemengsels.
De plant wordt 45-120 cm hoog en heeft wortelstokken. De stompkantige stengel en de bladeren zijn meestal weinig behaard met korte haren. De onderste bladeren zijn langgesteeld, eirond tot lancetvormig en hebben een hartvormige of afgeronde voet. De bovenste bladeren zijn lancetvormig en zittend. De bladrand is gekarteld-gezaagd.
Het akkerklokje bloeit van juni tot augustus met 2-4 cm lange, helder violette bloemen, die naar één kant staan en in de oksels van de kleine schutbladen staan. De eironde tot lancetvormige kelkslippen zijn afstaand tot teruggeslagen. De bloeiwijze is een tros.
De vrucht is een doosvrucht met strooigaatjes waar de zaden door vrijkomen.
De plant komt voor op vochtige, voedselrijke grond in bermen, langs spoorwegen en heggen en soms ook in en langs bouwland.