Anchiceratops Fossiel voorkomen: Laat-Krijt | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||||
Anchiceratops | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Anchiceratops Brown, 1914 | |||||||||||||||||
Typesoort | |||||||||||||||||
Anchiceratops ornatus | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||||
Anchiceratops op ![]() | |||||||||||||||||
|
Anchiceratops[1][2] is een vermoedelijk monotypisch geslacht van uitgestorven plantenetende ornithischische dinosauriërs, behorend tot de Ceratopia, dat tijdens het Laat-Krijt leefde in het gebied van het huidige Noord-Amerika.
De eerste fossielen van Anchiceratops werden in 1912 in Canada opgegraven. In 1914 kreeg het geslacht zijn naam die 'bijna Ceratops [in ontwikkeling bereikend]' betekent, toen de typesoort Anchiceratops ornatus benoemd werd. In 1929 werd een tweede soort benoemd: Anchiceratops longirostris, maar daarvan wordt tegenwoordig gedacht dat het om hetzelfde dier gaat als A. ornatus. Van de soort zijn in totaal een dozijn schedels gevonden. Er is ook één exemplaar bestaande uit een romp aangetroffen dat lange tijd als die van Anchiceratops beschouwd werd. Later concludeerde men dat dit niet zeker is.
De kop van Anchiceratops droeg een kleine neushoorn en twee lange naar voren stekende hoorns boven de ogen. Van de achterkant van de schedel stak een lang rechthoekig nekschild uit, waarvan de rand versierd was door grote driehoekige uitsteeksels. Iets voor de achterrand van het schild bevonden zich twee eigenaardige zijwaarts uitstekende bulten. Als de gevonden romp toch bij Anchiceratops hoort, werd die zo'n vier meter lang en ruim een ton zwaar. Nek en bekken waren dan erg lang, de staart juist bijzonder kort. De poten waren kort maar stevig en zwaargespierd. Misschien waren dit aanpassingen voor een levenswijze die gedeeltelijk in het water plaatshad als bij een huidig nijlpaard.