Politiek systeem | ||||
Arbeidsverhoudingen | ||||
Arbeidsrelatie | ||||
Cultureel systeem |
Arbeidsmarkt | Arbeidsorganisatie | Economisch systeem | |
↑↓ | ↓↑ | |||
Onbetaalde arbeid | ||||
Sociaal systeem | ||||
Het arbeidsbestel volgens Van Hoof[1] |
De arbeidsmarkt is een economische en sociologische benaming voor de interactie tussen vraag naar en aanbod van arbeidskrachten. In het algemeen is er geen daadwerkelijke centrale, gereguleerde marktplaats waarop vragers en aanbieders elkaar fysiek ontmoeten, maar is er sprake van een abstracte markt. Hier zijn uitzonderingen op. Zo zijn er soms plaatselijk door een gemeente of een arbeidsbureau banenmarkten georganiseerd, veelal exclusief gericht op werklozen.
Op de arbeidsmarkt worden niet zozeer arbeid of precies gedefinieerde arbeidsprestaties aangeboden, maar arbeidsvermogen. Er is ook geen sprake van koop, maar van huur. Om het arbeidsvermogen om te zetten in arbeidsprestaties verkrijgt de werkgever een beperkte beschikkingsmacht over de werknemer. Arbeidsvermogen is strikt genomen ook geen goed, maar een fictief goed.
De arbeidsmarkt heeft twee kernfuncties. Allereerst wordt er een prijs tot stand gebracht. Dit is het loon dat de werkgever aan de werknemer betaalt voor diens arbeidsvermogen. Daarnaast is er sprake van allocatie waarbij het arbeidsvermogen verdeeld wordt. Bij een sterke institutionalisering van de arbeidsverhoudingen in bijvoorbeeld collectieve arbeidsovereenkomsten vinden beide relatief autonoom van elkaar plaats. De arbeidsmarkt wordt dan ook wel opgesplitst in een loonmarkt en een werkgelegenheidsmarkt.
Vaak wordt ook het arbeidsaanbod van zelfstandigen tot de arbeidsmarkt gerekend.