Basterdklaver | |||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||||
Trifolium hybridum L. (1753) | |||||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||||
Basterdklaver op Wikispecies | |||||||||||||||||||||
|
De basterdklaver of bastaardklaver (Trifolium hybridum L.) is een overblijvende plant die behoort tot de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae of Fabaceae). In tegenstelling tot wat de soortnaam doet vermoeden, is basterdklaver geen kruising. De naamgever, taxonoom en botanicus Linnaeus, verkeerde in de foutieve veronderstelling dat de basterdklaver voortkomt uit een kruising tussen witte en rode klaver. Basterdklaver is echter geen hybride, maar een aparte soort met een eigen ecologische niche. De basterdklaver gedijt op vochtige tot natte, eventueel brakke, redelijk voedselrijke doch stikstofarme grond. Hij is te vinden tussen het gras, vooral op slecht gedraineerde bodem, en op braakliggende terreinen, waar hij zich gedraagt als pionier[1].
De plant wordt 30-90 cm hoog en heeft een holle stengel. De plant vormt geen wortels op de stengel, als de stengel de grond raakt en verschilt hierin met witte klaver (Trifolium repens). De drietallige bladeren hebben omgekeerd-eironde, fijn getande deelblaadjes. De steunblaadjes zijn smal driehoekig.
De basterdklaver bloeit van mei tot september met witte, later naar roze verkleurende, 7 tot 9 mm lange, zoet geurende bloemen. Na de bloei zijn de bloemen oranjebruin. De kroonbladeren zijn langer dan de kelk. De kelk is kaal en heeft ongeveer gelijke kelktanden. De bloempjes vormen een gesteelde, 1,3-1,9 cm grote, hoofdjesachtige tros.
De vrucht is een eenzadige peul.
De plant heeft 2n = 16 chromosomen.