Een betegeling of tessellatie van een vlak is een manier om dat vlak met tegels te bedekken, zodat zij overal aansluitend tegen elkaar en nergens over elkaar liggen. MC Escher maakte in zijn kunst veel gebruik van betegelingen. We zien door de hele kunstgeschiedenis, van de architectuur uit de oudheid tot in de moderne kunst, betegelingen terugkomen. Een voorbeeld van een betegeling is de regelmatige manier waarop vloertegels op een vloer zijn gelegd. Men spreekt ook van betegelingen van delen van een vlak, in meer dimensies en in een hyperbolisch vlak.
In het Latijn was een tessella een klein kubusvormig stukje van klei, steen of glas dat werd gebruikt om mozaïeken te leggen.[1] Tessella, van tessera, betekent 'klein vierkant' en komt van het Oudgriekse τέσσερα, dat vier betekent.
Wanneer niet anders wordt vermeld, gaat het hier om betegelingen met translatiesymmetrie.